Harmpje Jacobs Grutter
Harmpje Jacobs Grutter,
, -
ONA-3668A041; 08-12-1683: Jan Henricksz fhijt/Fit (54), Jacob Sijbrantsz (38) oude buijrmr tot huijsen en Claes Lambert Prins (30) verklaren op verzoek van Pieter Jacobsz Schoe
-
ORA-184-3173; 04-01-1683-a: Pieter Jacobsz Schoen als getrout hebbende Harmentgen Jacobs eijsscher CONTRA Jacob Gerritsz Grutter desselffs schoonvader eertijds als vader en vooght over de voornoemde Harmtgen Jacobs m.b.t. handtekening d.d.
14-04-1659 en voorts f 1.000 voor haer grootmoeder
-
ONA-3709A049; 21-11-1691: Louwerens de Wolff schout en Jan Hendricksen Fit out schepen des dorps verklaarden op verzoek van Pieter Jacobsen Schoen wonende tot Sardam alsgetrouwt hebbende Harmptie Jacobs dochter van Jacob Gerritsen Grutter
binnen het voorn. dorp, dat hij requirant ten huijse van eerste comparant Cornelis Cornelissen oom van sijn requirante huijsvrouw te gemoet voerde dat sijn schoonvader Jacob Gerritsen hem requirant hadde afgevordert een verklaring dat seecker 2
ackers leggende op het Naerder Hoogh hem reqt. met toe en quaemen noch nooijt toegecomen hadden daer bij voegent dat hij reqt. daer niet van wiste noch geenige kennisse hadden, seggende wijders Cornelis Oom gij hebt met mijn schoonvader af
gereeckent en van alles geliquideert als vooght geweest sijnde van mijn vrouw, waer op bij den selven Cornelis Cornelissen
-
ORA-184-3214A028A; 01-11-1694: Gerrit Jacobsz Comin en Jacob Gijsbertsz Gleijn schepenen tot Huijsen. Gerrit Jacobsz Grutter, te kennen gevende dat Gerrit Jansz d'Oude soo voor sigh selve, als oock hem sterck makende ende rato caverende voor de
verdere mede erffgenamen van sijn moeder Claesje Gerrits saliger op huijden aen hem comprt hadde getransporteert seecker huijs, schuijr, grutterije, en landerijen staende @ gelegen binnen en onder de Jurisdictie van desen dorpe onder voorwaarde
dat Pieter Jacobsz Schoe als getrouwt hebbende Harmpje Jacobs uijt craghte van seeckere acte van bewijs bij Jacob Gerritsz Grutter ten behoeve van deselve Harmpje Jacobs in voldoeninge van haer moeders goet gepasseert, en nog niet geheel
betaalt is.- Vader:
Jacob Gerritsz Grutter, zn. van Gerrit ,
geb. in 1623 te Huijse, MENNIST,
doopsgezind,
ovl. te Huijsen; > 1697,
, -
JACOB GERRITSZ GRUTTER
-
ONA-3663A180; 23-09-1657: ; Mennonisten, Gerrits Huijberts legateert 2 hondert Carijnt. In aanwezigheid van de getuigen Jacob Gerritsz, gewezen burgemeester Huijsen,oud 34 jr, en Jan Gerritsz Ramaecker 27 jr; verklaren Gosen Reijersz en
Cornelis Crijnen, bedienaren en diaconen van de minnisten gesinte dat Gerrit Huijbertsz op zijn sterfbed op 22-03-1656 mondeling verklaarde enz
-
ONA-3666A082; 04-04-1674: Jacob Gerritsz grutter stelt dat Jacob Ploos, pachter van het gemaal in Huijsen altijd het meel laat maelen zonder seel te halen en de Impost te betalen
-
ONA-3667A003; 26-01-1675: Tijmen Rutten Doorn, regerend burgemeester van huijsen, verklaart op verzoek van Jacob Gerritsz Grutter en mede naar aanleiding van klachten van boeren en ingezetenen, dat een ernstige waarschuwing heeft gegeven aan
Rijck Pietersz Molenaer die met zijn wind-korenmolen meel van zeer slechte maalde; getuigen Jan Pietersz d'oude ende Cornelis Willemsz Coopman
-
ONA-3687A044; 15-04-1675: betreft gebruik van grutmolen door Teunis Pieters Vergoes evenals eerder Jacob Gerrits
-
ONA-3667A048; 22-10-1676: Herman Keesz (50) en Janniti Cornelissen (44?) wonende te huijsen verklaren op verzoek van Jacob Gerritsz Grutter dat zijn gewezen vrouw Aeltie Lamberts in 1651 is overleden en dat haar vader Lambert Rijcksz toen nog
leefde en daarna kinderloos is overleden
-
ORA-184-3184A006; 24-01-1678: Schepenen verklaren op verzoek van Laurens de Wolf, schout tot Huijsen, in de naem van Teunis Pietersse Vergoes Gorter wonende tot Naerden, ons hebben vervoeght aen de persoon ende ter woonstede van Jacob Gerritse
Grutter wonende binnen dese dorpe, en deze bekeurt omdat tegen het contract sijn meel, binnen Huijssen, tegen boeckweijt hadde geruijlt ende gebuijt met Gerrit Dircxe, Schipper van hier op Amsterdam. Jacob Gerritsz Grutter ontkent en zegt de
boeckweijt te hebben gekocht van Gerrit Dircxe enz
-
ORA-184-3172; 18-03-1679: Tot voogden over Jacob Lambertsz Smit wert op desselfs versoeck gestelt Jan Pietersz d'Oude en Jacob gerritsz Grutter
-
ONA-3707A079; 30-11-1679: Verklaring van Tijmen Rutten doorn, Gerrit Jacobsz de Jonghe, Gerrit Jansz Backer, Jacob gerrit grutter, alle out-buijrmrs van Huijsen, Willem Mauritsz, oud schepen van Huijsen en Mr. Claes Swart Chirurgijn, Jacob
Commin, Jacobus Luijckissen, Jan domijnekus/Minicksen, Rijck tijmensen m.b.t. veerdiensten Alkmaar, Amsterdam, Hoorn, Weesp uitgevoerd door Dirck Jansen Star
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680; Capit: 1/4; Grutter; Zout: vat 1/8; m: 1, kb: 5; Personen: 6
-
ORA-184-3184A028; 10-06-1681: Wij ondergeschrevenen Hendrik Ebben en Lubbert Jacobsz schepenen te Huijsen verklaren mede op verzoek van de vooghden van de nagelaten kinderen van Jan Jansz Backer ..... aan de personen van Aeltgen Lamberts
weduwe van Claes Meeuwisz en Lambert Claesz desselves zoon, mitsgaders Neeltgen Jans weduwe van de voorsz Jan Jansz en tegenwoordige huijsvrouw van Jacob Gerritsz Grutter alle woonachtig alhier welcke Aeltje Lamberts in onze presentie door de
voorsz voogden afgevraagt zijnde aan wie dat het 't geld, 't geen sij te pretenderen hadde (:soo geseijt wert)
- 19-09-1681; Schepenen verklaren op verzoek van de voogden van de weeskinderen van Jan Jansz Backer dat op 10-06-1681 Aeltie Lamberts heeft gezegd f 200 aan Neeltje Jans gegeven te hebben enz
-
ORA-184-3172; 04-11-1681: Tot vooghden over de nagelaten weeskinderen van Evert Lambertsz werden gestelt Jacob Gerritsz Grutter en Willem Timensz ende wordt de secretaris gelast daer van behoorlicke acte te maecken
-
ONA-3709A049; 21-11-1681: Louwerens de Wolff schout en Jan Hendricksen Fit out schepen des dorps verklaarden op verzoek van Pieter Jacobsen Schoen wonende tot Sardam alsgetrouwt hebbende Harmptie Jacobs dochter van Jacob Gerritsen Grutter
binnen het voorn. dorp, dat hij requirant ten huijse van eerste comparant Cornelis Cornelissen oom van sijn requirante huijsvrouw te gemoet voerde dat sijn schoonvader Jacob Gerritsen hem requirant hadde afgevordert een verklaring dat seecker 2
ackers leggende op het Naerder Hoogh hem reqt. met toe en quaemen noch nooijt toegecomen hadden daer bij voegent dat hij reqt. daer niet van wiste noch geenige kennisse hadden, seggende wijders Cornelis Oom gij hebt met mijn schoonvader af
gereeckent en van alles geliquideert als vooght geweest sijnde van mijn vrouw, waer op bij den selven Cornelis Cornelissen
-
ONA-3710A032; 18-07-1682: Jacob Gerritsen Grutter out buijrmr des dorps huijsen en Hendrick Willemsen Boom grutters binnen den selve dorpe verklaarden op verzoek van Pieter Visscher Impostmr. van 't gemaell ende desselfs enz dat zij
verscheijden jaeren herwaarts hetmudde sestien stuijbers meer hebben vercocht als het mudde boeckweijden meel, en dat attestantennu ontrent twee jaeren aen den anderen deselve grutten voor gelijcke prijs als het meel hebben vercocht gehadt, en
de meergemelde grutten nog daegelijcks in diervoegen
-
ORA-184-3173; 28-09-1682: Jacob Gerritsz Grutter als in huwelijck gehadt hebbende en erftgenaem sijnde van Neeltje Jansz eijsscher CONTRA de meerderjarige en vooghden over de minderjarige kinderen en erffgenamen van Tijmen Jacobsz gedaagde
- Deselfde eijsscher CONTRA de vooghden van de kinderen van Jan Jansz betreffende terug te betalen f 45 met rente die Jan Jansz (Backer) aan Neeltge Jans bij huwelijkse voorwaarde
-
ORA-184-3214A019; 06-10-1682: Huw.v.w. tussen Jacob Gerritsz Grutter tot Huijsen lest weduwnaar van Neeltien Jans ter ene, en Annetien Gerrit Poelen lest weduwe van Jan Wijchertsz Decker geassisteert met Gerrit Lambertsz Pater @ Lambert
Gijsbertsz haer zoon @ schoonzoon mitsgaders Aelt Jansz @ Gerrit Jansz als voogden over de onmondige kinderen bij haar eerste man Lambert Gerritsz Pater geprocreeert. De bruid brengt in o.a. enkele obligaties: f 500,- ten laste van Hendrick
Jacobsz; f 150,- ten laste van Jan Peter Harmensz; f 100,- ten laste van Claes Lambertsz Prins; f 100,- ten laste van Lambert Martsz Ouwe; f 100,- ten laste van Wijchert Willemsz Ramacker; f 50 ten laste van Tomas Jansz; ten slotte een schuld
van f 201 ten laste van Jacob Jansz Backer
-
ORA-184-3173; 06-10-1682: In de saecke tusschen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert Eijsscher en de erfgenamen van Tijmen Jacobsz gedaegden schepenen ordonneren dat de gedaegde op de naeste reghtdag de voorn. saeck sullen hebben te
beantwoorden op poene van versteck
-
ORA-184-3173; 03-11-1682:
- Schepenen condemneren de meerderjarige mitsgaders de vooghden van de minderjarige kinderen van Tijmen Jacobsz gedaegden aen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert eijsscher de ge-eijschte somme van f 50 mette verschenen en onbetaelde
interesten van dien ter sake als in den eijsch te betalen met compensatie van costen mits datter voorn Jacob Gerritsz voor de restitutie van dien alvorens stellen twee suffisante borgen tot contentement van de gedaegde
- Schepenen condemneren de vooghden van de kinderen van Jan Jansz dedaegde aen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert eijsscher de ge-eijschte somme van f 45 ter sake als in den eijsch te betalen met compensatie van costen mits datter selve
Jacob Gerritsz voor de restitutie van enz
-
ORA-3184A034; 21-11-1682: Acte van Cautie. Hendrick Jan Thomasz en Willem Tijmensz schepenen, Lambert Jansz d'Ouwe en Gerrit Lambertsz Pater dewelcke verclaerden dat op 03-11-1682 seecker vonnis was gewesen waer bij de vooghden over de
weeskinderen van Tijmen Jacobsz waeren gecondemneert nevens Cautie de restituendo te betaelen aen Jacobs Gerritsz Grutter een som van f 50 mette daer op verlopenen Intereste enz. zich als borg stellen.
-
ORA-184-3192A070; 24-12-1682: Lourens de Wolff schout en Jan Aertsz en Willem Tijmensz schepenen, Jacob Gerritsz Grutter verkocht aan Claesien Gerrits weduwe van Jan Pietersz d'oude seecker huijs en erff met de schuijr @ de Grutmolen met al 't
gene deselve dependeert staen staende in 't voorsz huijs; in 't dorp alhier naest Lambert Jansz Schoenmaker ten suijden en Gerrit Jansz d'oude ten noorden
Nogh 5 schepel land gelegen Jacob Tijmensz ten suijden @ Jan Mijns Cos ten noorden
Nogh 4 schepel gelegen aan houtwijck naest Jacob Sijbrants Man ten suijden @ houtwijck ten noorden voor f 1.000,-
-
ORA-184-3173; 04-01-1683: Pieter Jacobsz Schoen als getrout hebbende Harmentgen Jacobs eijsscher CONTRA Jacob Gerritsz Grutter desselffs schoonvader eertijds als vader en vooght over de voornoemde Harmtgen Jacobs m.b.t. handtekening d.d.
14-04-1659 en voorts f 1.000 voor haer grootmoeder
-
ONA-3695A024; 13-07-1687: Getuigen Jacob Gerritsz Grutter out-buermeester en Hendrick Willemsz Boom oud-schepen van het dorp Huijse, beide grutters in hetzelfde dorp, leggen contratueel vast dat Hendrick Willemsz Boom grutten tot meel mag malen
op de molen van Jacob Gerritsz zonder dat zijn erfgenamen of successeurs noght ijemant van sijnent weegen dit kunnen beletten. Er liep een proces tussen Jacob Gerritsz en Rijck Pietersz Molenaer; getuigen Gerrit Varekamp, Gerrit Jansz d'oude en
Cornelis Willemsz Coopman.
-
ORA-184-3174; 15-09-1689: Jacob Gerritsz Grutter getrouwt met Annetgen Gerrits Poel Contra Jacob Jansz Backer
-
ORA-184-3184A063; 11-11-1692: Compareerden voor Claes Rijcksz Brakel schout, mitsgaders Wijgert Willemsz en Gijsbert Jacobsz schepenen tot huijsen:
- Jacob Gerritsz grutter, out 69 jaren; Verklaring over recht van scharing
-
ORA-184-3214A031; 12-04-1697: Leendert Vergoes en Jacob Tijmensz als voogden over de nagelaten weeskinderen van Gerrit Jacobsz Grutter en Leeuwtien Carstens in leven echteluijden, en Jacob Gerritsz Grutter grootvader van de voorn. kinderen ter
andere zijde, dat laatste comparant gerechtigd meent te zijn tot de ontvangst zijn leven lang van f 100,-/jaar die zijn zoon, en na zijn dood, tot f 60,-/jaar op basis van een zeker recht op seecker huijs en grutterijen bij deselve Gerrit
Jacobsz en Leeuwtien Carstens in haar leven bewoont
-
ORA-184-3195A006; 24-10-1697: Leendert Vergoes ende Jacob Tijmensz als voogden over de nagelaten minderjarige kinderen en erffgenamen van Gerrit Jacobsz (Grutter) en Leeuwtie Carstens in Leven egte Luijden alhier, mitsgaders Jacob Gerritsz
Grutter voor soo veel het ? dewelcke verclaerde publijck vercogt te hebben aen Lambert Killewig Schout deses dorps seecker huijs hoff schuijr en grut molen met alle soodanige geregtigheden als deselve is hebbende ende bij de voorn de voorn:
Jacob Gerritsz (Grutter) ende Gerrit Jacobsz Grutter beseten is. Item een mastaende moolen ende alle gereet schaeppen enz. voorsz: grut moolen en nastaende moolen specterende sijjn staende ende gelegen binnen desen dorpe naest Gerrit Tijmensz
Doorn ten suijden en den voorn: Cooper ten Noorden voor f 3.925,
tr. (2)
met Neeltje Jans ,
tr. (3)
met Annetien Gerrits Poelen, dr. van Gerrit Jansz Poel en Claesje Gerrits ,
relatie (1).
- Moeder:
Aeltje Lamberts , dr. van Lambert Rijcksz ,
ovl. in 1651 te Huijsen,
, -
ONA-3667A048; 22-10-1676: Herman Keesz (50) en Janniti Cornelissen (44?) wonende te huijsen verklaren op verzoek van Jacob Gerritsz Grutter dat zijn gewezen vrouw Aeltie Lamberts in 1651 is overleden en dat haar vader Lambert Rijcksz toen nog
leefde en daarna kinderloos is overleden.
relatie
met
Pieter Jacobsz Schoen ( Schoe),
geb. te Sardam,
, -
ONA-3668A41; 08-12-1683
ORA-184-3173; 04-01-1683-a
ONA-3709A49; 21-11-1691
ORA-184-3214A028A; 01-11-1694
>